Han Berends, projectmanager ProRail: “Laat je omgeving meedenken”
Als projectmanager van station Utrecht Centraal krijgt Han Berends elke dag met onverwachte zaken te maken. Hoe gaat hij daarmee om? Hoe laat hij de omgeving meedenken? En hoe helpen zijn ervaringen in Arnhem en Amsterdam daarbij?
Spannende tijden
Het zijn spannende tijden voor Han Berends, projectmanager bij ProRail van de nieuwe OV-terminal van Utrecht, waar zowel trein, bus als tram onder één dak komen. “Als alles goed gaat, openen we op 31 juli de noordkant van het station; 80 procent van de terminal is dan klaar. Hierdoor krijgen reizigers en bezoekers er 12.000 m2 bij, wat vergelijkbaar is met de grootte van twee voetbalvelden.
Concreet betekent dit: extra loopruimte, nieuwe winkels in de hal en meer licht. Daarnaast gaat ook de interwijkverbinding open; de wandelroute langs het station over het spoor van Jaarbeurs naar Centrum. “Ik hou er altijd rekening mee dat er onverwachte zaken kunnen optreden”, zegt hij. “Zeker in de laatste weken voor een oplevering”.
Rust inbouwen
In een groot en complex project als Utrecht Centraal komen altijd grote en kleine onverwachte zaken voor. Zo kon een deel van Hoog Catharijne nog niet gesloopt worden, waardoor de bouw van het station fors zou vertragen. “De omgeving wilde meteen weten wat we gingen doen”, zegt Berends die eindverantwoordelijk is voor het op tijd en binnen budget opleveren van de OV-Terminal.
“Op zo’n moment moet je rust inbouwen en informatie geven over het verdere verloop van het proces. We hebben toen de tijd genomen om te analyseren wat de vertraging precies voor ons betekende, bedachten een alternatief plan en stemden dat af met de aannemer. Ook in het onverwachtse is het belangrijk om de tijd en rust te nemen om een goede oplossing te verzinnen.”
Alternatief plan
Om het station te laten functioneren, is de bouw verdeeld in zes stappen die getoetst zijn aan het speciaal voor station Utrecht ontwikkelde loopstroommodel. Dit model – en de inzichten en ervaringen die we hebben opgedaan tijdens de bouw – hebben we gebruikt om een alternatief plan te bedenken.
“Datgene wat we nu gaan openen waren eerst drie bouwstappen, die nu in één keer zijn uitgevoerd in plaats van achter elkaar. Ik vind het fantastisch dat we de drie fases – te weten 12.000 vierkante meter vloeroppervlak – straks in een keer open kunnen stellen”.
Op verschillende niveaus met elkaar praten
“Het stationsgebied van Utrecht is een van de grootste binnenstedelijke ontwikkelingen van Europa. Er worden veel projecten naast elkaar uitgevoerd die elkaar beïnvloeden”, zegt Berends even later. “Het managen van onverwachte zaken moet je goed met je partners regelen. In Utrecht doen we dat onder meer met de gemeente, NS, Klépierre (voorheen Corio), provincie, Jaarbeurs en Rabobank.
Al die partijen praten op verschillende niveaus met elkaar. Allereerst op een vrij hoog abstractieniveau: wat is de lange termijn planning? Wat zijn onze kritische knelpunten? En hoe gaan we daarop anticiperen met elkaar? Verder hebben we mensen die op uitvoeringsniveau zaken afstemmen, waaronder de aanvoerroutes en de verdeling van de bouwterreinen. ”Alles hangt hier met elkaar samen.”
Laat je omgeving meedenken
Om die reden vindt hij het belangrijk om te kunnen denken in de belangen van de ander, omdat je daarmee samen verder komt en dus ook je eigen projectbelang dient “Wat ook helpt is om nóg transparanter te zijn. Vroeger had ik de neiging om alles eerst zelf op te lossen als het lastig of spannend werd. Maar door de jaren heen leerde ik om eerst het probleem te communiceren. Je mag er best voor uitkomen dat je de oplossing nog niet weet. Dat is een professionele volwassenheid die je krijgt. Want door je omgeving mee te laten denken, krijg je juist draagvlak voor je oplossing.”
Bewaken van de stip aan de horizon
Station Utrecht is trouwens niet het eerste station waarvan Berends projectmanager is. In Amsterdam en Arnhem deed hij eerder al de nodige ervaring op. “De overeenkomst tussen deze drie stations is dat ze allemaal niet recht-toe-recht-aan zijn. Ze hebben een complexe financieringssystematiek, een zwaar-politiek-bestuurlijke dimensie en je moet steeds weer bouwen in een gebied dat van de reiziger is.
De belangrijkste ontwikkeling die ik doormaak, is hoe ik daarmee om ga. Van origine ben ik een technisch geschoold civiel ingenieur. Daar waar mijn technische kennis aan het begin van mijn werkzame carrière heel belangrijk was, staat dat nu meer op de achtergrond. Het gaat nu veel meer om het bewaken van de stip op de horizon door het goed inrichten en managen van je eigen organisatie en het bouwen en onderhouden van relaties met je omgeving.
Toch ben ik heel blij met mijn achtergrond want die helpt me nog vaak genoeg bij het doorgronden van problemen en situaties.”
Lessen uit het verleden
Zo leerde Berends in Amsterdam dat de bestuurlijke omgeving daar heel divers is, met stadsraad, commissies, adviesorganen en diensten die invloed hebben. “Wat ik daar leerde is dat wanneer je denkt dat je de hele wereld hebt meegenomen, je er zeker van kunt zijn dat je iemand bent vergeten. Daarom roepen we hier nu standaard: hebben we iedereen meegenomen?”
In Arnhem liep de aanbesteding aanvankelijk moeizaam, waardoor Berends omwille van de voortgang besloot om het project in tweeën te knippen. “Daar ben ik meteen een oplossing gaan zoeken voor problemen, omdat ik heb geleerd dat stilstaan achteruitgaan is.”
Alert en enthousiast
Wat Berends in 2016 gaat doen, als de OV-terminal klaar is, weet hij nog niet. “Het mooie aan grote projecten is dat ze voor mij overzichtelijk zijn en dat je alle specialismen aan boord hebt waardoor je snel kunt acteren. Natuurlijk zijn de belangen en risico’s groot, maar daar zet je ook zwaar op in. Door het dynamische en complexe karakter blijf ik zelf alert en enthousiast. Ik vind het gewoon mooi dat ik een steentje mag bijdragen aan dit mooie project.”