Morgen is het zover. Na weken van voorbereidingen; afstemmen, overleggen, drukproeven checken, nog eens overleggen, besluiten nemen, media benaderen, briefen van allerlei mensen en partijen en uitwerken van plannen, gaat het – eindelijk – gebeuren: station Den Haag Centraal wordt morgen officieel geopend. En hoewel we vandaag al volop in de weer zijn met het opbouwen; en we morgen vanaf 05.00 uur al in de hal te vinden zijn, gaat het om 12.00 uur écht gebeuren. Staatssecretaris Dijksma, burgemeester van Aartsen en nog te bepalen reiziger knippen dan officieel het spreekwoordelijke lintje. Ineens realiseer ik me: is deze opening nu hét hoogtepunt, de kerst op de taart van mijn tijd bij dit project, of juist niet?
Afgelopen weken waren een rollercoaster. De bouw van het nieuwe station was zo goed als klaar, een paar details daargelaten, het projectteam werd kleiner en kleiner, de activiteiten minder en minder. Maar voor ons – de werkgroep communicatie – begon de drukte, de spanning en hectiek pas.
Vlak voor de kerst was de kogel de kerk: 1 februari wordt dé datum voor de grootste mijlpaal in de bouw van Den Haag Centraal. Waar we normaal een paar maanden de tijd hebben voor een dergelijk evenement, waren dat nu slechts een paar weken. Weken waarin veel mensen kerst vierden op allerlei plaatsen ver van Den Haag (geef ze eens ongelijk) en iedereen Oud en Nieuw vierde zonder ook maar een seconde aan deze opening te denken. De overgebleven weken werden dus extra druk. Niet erg hoor, want we presteren goed onder druk, en dus hebben we bergen werk verzet voor een prachtig openingsfeest. Met leuke Haagse artiesten, een netwerkevent voor de stakeholders en een bedankborrel voor alle betrokkenen. Voor ieder wat wils; feest voor iedereen!
Maar nu ik, een dag van te voren, nog een uurtje niks te doen heb voor ik deelneem aan de generale repetitie voor morgen, realiseer ik me ineens dat het na morgen voorbij is. Natuurlijk, de hele archivering van het project komt nog om de hoek kijken, maar het project, de bouw, het station is klaar. Mijn roze bouwhelm kan in de kast blijven liggen, mijn charmante veiligheidslaarzen heb ik niet meer nodig voor de nachtelijke werkzaamheden. En dat vind ik best jammer! Want na 5,5 jaar betrokken te zijn geweest bij dit prachtige project, voelt dit station (net als Rotterdam Centraal trouwens) best een beetje als ‘van mij’. Mijn collega’s uit het projectteam zijn na al die jaren vrienden geworden, die ik best een beetje zal missen na morgen. Ja echt!
Desondanks leef ik, en velen met mij, al weken toe naar deze dag, dé dag, hét hoogtepunt: de opening van ‘mijn’ station. Er is geloof ik níemand in mijn omgeving die niet weet dat ík mag bijdragen aan deze opening. Die niet weet dat ‘ie morgenavond naar het journaal moet kijken. En die niet weet dat ik de hele dag als razende reporter online bericht over de Ukuladies, Boozy de Kok, Brassta La Vista, de bucketdrummers en de Instawalks. Zo’n opening organiseren samen met communicatietoppers van ProRail, NS en de gemeente Den Haag, ís namelijk gewoon écht een feestje, een hoogtepunt in je communicatiecarrière. Vijf jaar overlast voor de omgeving is omgeslagen in positiviteit, trots en enthousiasme. En dus ís deze opening inderdaad de kers op de taart. Ja! Natuurlijk! Maar dat neemt niet weg dat ik het project, en alles wat daarbij komt kijken, ook gewoon ga missen.
Gelukkig blijf ik nog wel in het Haagse, de RandstadRail-aanlanding is immers nog niet klaar. Net zo mooi, net zo leuk, net zo’n hoogtepunt. Na morgen ruil ik Stichthage definitief in voor Seypesteijn; want daar wacht een nieuw project op me. De roze helm ruil ik in voor een witte (nieuw beleid), en op mijn veiligheidslaarzen loop ik graag langs de sporen van – DoorstroomStation – Utrecht. Tijd voor iets nieuws. Ik heb er zin in!